De bouw van twee geplande kerncentrales in het Sloegebied van Zeeland staat op losse schroeven door de mogelijke impact van Europese regelgeving. De vraag of deze centrales zonder lelijke koeltorens kunnen opereren, blijft nog onbeantwoord.
De provincie Zeeland en gemeente Borsele hebben duidelijke eisen gesteld, waaronder het vermijden van koeltorens in het landschap. Het koelwater dat nodig is om de kerncentrales te koelen, wordt momenteel geloosd in de Westerschelde. Echter, het lozen van opgewarmd koelwater kan leiden tot een afname van zuurstof in het water, wat schadelijk is voor waterorganismen.
Europese regels verbieden de verslechtering van Natura 2000-gebieden, waaronder de Westerschelde. Dit vormt een uitdaging voor de plannen aangezien het lozen van warm water mogelijk niet in overeenstemming is met deze regels. Statenlid Inez Flamelink benadrukt dat er nog geen adequaat onderzoek is gedaan naar de milieueffecten van de mogelijke lozing.
Naast de milieukwesties roept ook de voorgestelde hoogte van de kerncentrales vragen op. De aangekondigde hoogte van 8 tot 12 meter boven zeeniveau wekt zorgen op bij lokale belanghebbenden, die vrezen voor de esthetische impact op het landschap. Bovendien blijft de exacte behoefte aan arbeidskrachten een punt van discussie, waarbij schattingen variëren van 8000 tot 12.000 werknemers.